Paarden zijn vluchtdieren en moeten zich veilig voelen om te kunnen ontspannen en rusten. Drukte en lawaai verstoren de rust van het paard. Paarden kunnen wennen aan achtergrondgeluiden die constant aanwezig zijn, maar wanneer er voortdurend andere paarden of mensen langskomen werkt dit verstorend voor de rust van het paard. Het paard zal dan minder snel gaan liggen en daardoor kan hij niet in een diepe slaap komen.
Hoe slaapt het paard?
Veranderingen in de omgeving (bijvoorbeeld voeding, geluid of licht) hebben invloed op de biologische klok in het paard en op het slaappatroon. Een veilige, vertrouwde omgeving draagt bij aan de ontspanning en dus de rust en slaapcyclus. Wanneer dit niet zo is kan het paard niet in een diepe slaap komen en zal dus niet volledige rust hebben gehad.
Het slaappatroon van een paard kent twee fases, de slowwave-slaap (SWS) en de paradoxale slaap (PS). Meestal vallen paarden staand in slaap en gaan op enig moment liggen. Tijdens de paradoxale slaap (PS) zijn de spieren geheel ontspannen. In deze fase liggen de paarden vooral op hun zijkant. Zelfs in de diepe paradoxale slaap is het paard waakzaam. Hij kan bij een vreemd geluid razendsnel opstaan. Mensen dienen dus alert te zijn als ze een paard, liggend in slaap, benaderen.
Er is een groot verschil tussen de tijd dat een paard rust en diep slaapt. Paarden rusten ongeveer 30% van de dag en 7% van de dag zijn ze in een diepe paradoxale slaap. Een volwassen paard slaapt, in liggende houding, tussen de 45 minuten en 2,5 uur per dag. Van deze tijd liggen ze ongeveer 45 minuten tot één uur op hun zij en de rest op hun borstbeen. Natuurlijk kan dit verschillen per paard en per dag. Het slaappatroon hangt af van onder meer de leeftijd, het dieet en van de vertrouwdheid met de omgeving. Paarden zullen het voorbeeld volgen van een ander paard, dat gewend is aan de omgeving en gaat liggen. Het slaapgedrag verandert niet als paarden individueel, in een box, of in een groep gehuisvest worden.
Dagbesteding
Er is onderzoek gedaan naar het natuurlijk gedrag van paarden. Daarbij is gekeken naar de tijd dat paarden rusten, hooi en granen eten en hoe ze liggen (op het borstbeen of op de zij). Zoals eerder genoemd rusten paarden ongeveer 30% van de dag en zijn ze 7% van de dag in diepe slaap. In een dag worden actieve periodes afgewisseld met perioden van rust. De activiteiten verschillen per leeftijdscategorie en geslacht. Zo zijn jonge paarden de meeste tijd van de dag bezig met liggend slapen. Hengsten zijn erg alert , bewegen meer en ze eten minder dan de merries, die de meeste tijd aan het grazen zijn.
De bodembedekking en slaap
Een onderzoek naar het effect van bodembedekking op het slaappatroon geeft aan dat het gebruik van stro op meer comfort levert op lichamelijk vlak en het houdt meer warmte vast, ten opzichte van bijvoorbeeld houtkrullen. Paarden die op stro worden gehuisvest slapen langer in een liggende houding. Vermoedelijk heeft de bodembedekking van de stal invloed op het gedrag van het paard, zoals liggen en rollen. Uit ander onderzoek kwam naar voren dat het gebruik van stro ook leidde tot meer activiteit (knabbelen) van paarden.
Paarden geven de voorkeur aan een droge, zachte ligplaats. Zowel binnen als buiten is een droge, schone, zachte, stroeve ligplaats dus erg belangrijk, zodat de paarden goed kunnen liggen én geen moeite hebben om weer op te staan. Bovendien geeft een harde ligvloer kans op doorligplekken en onderhuidse ontstekingen.
Wetenschappelijke onderbouwing: Steinhart, 1937; Pedersen et al., 2004; Jouvet, 1967; Dallaire, 1986; Aserinsky & Kleitman, 1953; Dement, 1960; Steinhart, 1937; Ruckebusch, 1970; Dallaire & Ruckebusch, 1974b; Jouvet et al., 1959; Ruckebusch, 1972; Dallaire & Ruckebusch, 1974a; Dallaire, 1986; Ruckebusch et al., 1970; Hale & Huggins, 1980; Dallaire, 1986; Ruckebusch, 1970; Duncan, 1980; Crowell-Davis, 1994; Dallaire & Ruckebusch, 1974b; Dallaire, 1986; Ruckebusch, 1975; Ruckebusch, 1972; Steinhart, 1937; Ruckebusch, 1972; Dallaire, 1986; Keiper & Keenan, 1980; Duncan, 1980; Rose-Meierhöfer et al., 2010; Duncan, 1980; Boyd et al., 1988; Zeitler-Feicht & Prantner, 2000; Fader & Sambraus, 2004; Raabymagle & Ladewig, 2006; Werhahn et al., 2011; Werhahn et al. (2010); Kiley-Worthington (1990); Werhahn et al., 2010; Mills et al., 2000; (McGreevy et al., 1995a; Greening et al., 2012; Benhajali et al., 2008; Boyd, 1988; Houpt, 2005; Hunter & Houpt, 1989; Kim et al., 1994; Raussi et al., 2005; Mills et al., 2000; Dallaire 1986; Murphy et al., 2009; Berger et al., 1999; Martin et al, 2010;
Klik hier voor een totaaloverzicht van de wetenschappelijke onderbouwing bij rustcomfort
References
1. Aserinsky E, Kleitman N. (1953). Regularly occurring periods of eye motility, and concomitant phenomena, during sleep. Science;118:273-4.
2. Benhajali H, Richard-Yris M.-A., Leroux M., Ezzaouia M., Charfi F., Hausberger M. (2008). A note on the time budget and social behaviour of densely housed horses A case study in Arab breeding mares. Applied Animal Behaviour Science 112 196–200
3. Berger A., Scheibe K.-M., Eichhorn K., Scheibe A., Streich J. (1999). Diurnal and ultradian rhythms of behaviour in a mare group of Przewalski horse (Equus ferus przewalskii ), measured through one year under semi-reserve conditions. Applied Animal Behaviour Science, 64, 1999, 1–17.
4. Boyd L.E., Carbonaro D.A., Houpt K.A. (1988). The 24-hour-time budget of przewalski horses Appl Anim Behav Sci, 21, pp. 5–17
5. Boyd, L.E., 1988. Time budgets of adult Przewalski horses: effects of sex, reproductive status and enclosure. Appl. Anim.Behav. Sci. 21, 19–39.
6. Crowell-Davis SL. (1994). Daytime rest behavior of the Welsh pony (Equus caballus) mare and foal. Appl Anim Behav Sci;40: 197-210.
7. Dallaire A. (1986). Rest behavior. Equine Pract; 2:591-607.
8. Dallaire, A. and Ruckebusch, Y. (1974a). Sleep patterns in the pony with observations on partial perceptual deprivation. Physiol. Behav., 12: 789-796.
9. Dallaire, A. and Ruckebusch, Y. (1974b). Sleep and wakefulness in the housed pony under different dietary conditions. Can. J. Comp. Med., 38: 65-71.
10. Dement W. (1960). The effect of dream deprivation. Science;131: 1705-7.
11. Duncan P. (1980). Time-budgets of Camargue horses: II. Time-budgets of adult horses and weaned sub-adults. Behaviour;72:26-49.
12. Fader C., Sambraus H.H. (2004). Das Ruheverhalten von Pferden in Offenlaufställen [The resting behaviour of horses in loose housing systems] Tieraerztl Umschau, 59, pp. 320–327
13. Greening, L., Shenton, V., Wilcockson, K., Swanson, J. (2012). Investigating duration of nocturnal ingestive and sleep behaviors of horses bedded on straw versus shavings Journal of Veterinary Behavior: Clinical Applications and Research, Available online 6 October 2012.
14. Hale LA, Huggins SE. (1980). The electroencephalogram of the normal “grade” pony in sleep and wakefulness. Comp Biochem Physiol;66:251-7.
15. Houpt, K.A. (2005). Maintenance Behaviours. The Domestic Horse; the Evolution, Development and Management of its Behaviour (ed. Mills & McDonnell). Cambridge University Press, pp. 94–108.
16. Hunter, L., & Houpt, K.A. (1989). Bedding material preferences of ponies. Journal of Animal Science, 67: 1986-91.
17. Jouvet M, Michel F, Courjon J. (1959). Sur un stade d´activité électrique cérébrale rapide au cours du sommeil physiologique. Compt Rend Seán Soc Biol Filiales;153:1024-8.
18. Jouvet M. (1967). Neurophysiology of the states of sleep. Physiol Rev;47:117-77.
19. Keiper RR, & Keenan MA. (1980). Nocturnal activity patterns of feral ponies. J Mammal;61:116-8.
20. Kiley-Worthington M. (1990). The behavior of horses in relation to management and training: towards ethologically sound environments. J Equine Vet Sci (USA);10:62-71.
21. Kim, F.B., Jackson, R.E., Gordon, G.D.H., Cockram, M.S., (1994). Resting behaviour of sheep in a slaughterhouse lairage. Appl. Anim. Behav. Sci. 40, 45–54.
22. Martin, A., Elliott, J.A., Duffy, P., Blake, C.M., Attia, S.B., Katz, L.M., Browne, J.A., Gath, V., McGivney, B.A., Hill, E.W., Murphy, B.A. (2010). Circadian regulation of locomotor activity and skeletal muscle gene expression inthe horse. J Appl Physiol 109: 1328–1336
23. McGreevy, P.D., Cripps, P.J., French, N.P., Green, L.E. and Nicol, C.J. (1995a). Management factors associated with stereotypic and redirected behaviour in the Thoroughbred horse. Equine Veterinary J. 27, 86–91.
24. Mills, D.S., Eckley, S. and Cooper, J.J. (2000). Thoroughbred bedding preferences, associated behaviour differences and their implications for equine welfare. Animal Science 70, 95–106.
25. Murphy B. A., Martin A., Elliott J. A. (2009). Equine activity rhythms exhibit circadian and ultradian characteristics under different environmental conditions. Proc Physiol Soc 15, C7, Oral Communications.
26. Pedersen, G.R., Søndergaard, E., Ladewig, J. (2004). The influence of bedding on the time horses spend recumbent. Journal of Equine Veterinary Science, Volume 24, Issue 4, 153–158.
27. Raabymagle, P., & Ladewig, J. (2006). Lying behavior in horses in relation to box size. Journal of Equine Veterinary Science, Volume 26, Issue 1, Pages 11–17
28. Raussi, S., Boissy, A., Delval, E., Pradel, P., Kaihilahti, J., Veissier, I. (2005). Does repeated regrouping alter the social behaviour of heifers? Appl. Anim. Behav. Sci. 93, 1–12.
29. Ruckebusch Y. (1970). Un problème controversé: La perte de vigilance chez le cheval et la vache au cours de sommeil. Cahiers Méd Vét (Paris),39:210-25.
30. Ruckebusch Y. (1972). The relevance of drowsiness in the circadian cycle of farm animals. Anim Behav;20:637-43.
31. Ruckebusch Y. (1975). The hypnogram as an index of adaptation of farm animals to changes in their environment. Appl Anim Ethol; 2:3-18.
32. Ruckebusch Y., Barbey P, Guillemot P. (1970). Les états de sommeil chez le Cheval (Equus caballus). Compt Rend Seán Soc Biol Filiales (Paris);164:658-65.
33. Steinhart, P. (1937). Der Schlaf des Pferdes, seine Dauer, Tiefe, Bedingungen. Z. Vetkde, 49: 145-232.
34. Werhahn, H., Hessel, E.F., Bachhausen, I., & Van den Weghe, H.F.A. (2010). Effects of Different Bedding Materials on the Behavior of Horses Housed in Single Stalls Journal of Equine Veterinary Science, Volume 30, Issue 8, 425–431.
35. Werhahn, H., Hessel, E.F., Schulze, H., Van den Weghe, H.F.A. (2011). Temporary Turnout for Free Exercise in Groups: Effects on the Behavior of Competition Horses Housed in Single Stalls. Journal of Equine Veterinary Science, Volume 31, Issue 7, 417–425
36. Zeitler-Feicht P., Prantner V. (2000). Liegeverhalten von Pferden in Gruppenauslaufhaltung [Lying behavior of horses in group discharge husbandry] Arch Tierz Dummerstorf, 43, pp. 327–335